Universiteit Utrecht zet de knop om

Van het totale energieverbruik van de Universiteit Utrecht gaat een groot deel naar gebouwen met laboratoria, want daar staan flowkasten, zuurkasten, ultravriezers, autoclaven, klimaatkamers, persluchtaansluitingen en specialistische apparatuur die veel energie vragen. Ga hier bewust mee om en volg de richtlijnen.

• Lees de Best Practice Guidance for labs van Oxford University.
• Deel specialistische apparatuur die 24/7 aan staat met andere onderzoeksgroepen. Zorg voor een maximale bezettingsgraad.

1. Sluit het veiligheidsraam van de zuurkast

Op de hoogste ventilatiestand verbruikt een zuurkast per jaar evenveel energie als 3,5 huishoudens. Dat is veel, zeker als je weet dat er zo'n 700 zuurkasten op de universiteit zijn. Al die afgevoerde lucht moet opnieuw toegevoerd en verwarmd worden. Sluit het veiligheidsraam als je niet in de zuurkast aan het werk bent. Zeker ’s nachts en in het weekend, maar ook overdag. De ventilatie gaat dan naar een lagere stand. Dat is het veiligst, geeft de minste luchtverstoringen en bespaart energie.

2. Ultravriezer op -70 °C instellen

• Eén ultravriezer verbruikt op -80 °C per jaar evenveel energie als een gemiddeld huishouden. De temperatuur op -70 °C instellen levert 30% besparing op. Voor veel biologische samples is die instelling geen probleem.  Stel daarom de temperatuur in op -70 °C als dat mogelijk is.
• Laat de vriezer jaarlijks onderhouden en voorkom ijsvorming, want dat zorgt voor hoger energieverbruik. Onderhoud van vriezers zorgt ook voor betere omstandigheden voor de samples en verlengt de levensduur van de vriezers.
• Regel opslagbeheer en spreek af wanneer samples afgevoerd kunnen worden.
• Gebruik de Freezer Best Practice Guide (2021, University of Edinburgh).

3. Verlaag de temperatuur van de oven 

Bij veel onderzoek en experimenten waar een oven voor nodig is, kan de temperatuur van de oven lager ingesteld worden. Dit bespaart energie.

4. Autoclaaf aanzetten als deze vol is

Een autoclaaf gebruikt per keer 550 liter water en veel elektriciteit. Zet hem pas aan als deze vol is.

5. Gebruik slimme schakelaars

Een slimme (tijd)schakelaar zet je apparatuur op gezette tijden uit. Dit kan handig zijn in de nacht en de weekenden wanneer deze apparatuur niet wordt gebruikt.

• Neem een trui mee, want de binnentemperatuur is 19 graden.  
• Houd ramen en buitendeuren zoveel mogelijk gesloten. Zo houden we de warmte vast in de ruimten en gebouwen. 

In het gebouw:

• Neem vaker de trap in plaats van de lift.

In de pantry:

• Zet de vaatwasser pas aan als hij helemaal vol is.  
• Deel de afdelingskoelkast met zoveel mogelijk collega’s.   

In de werkruimtes:

• Zet de verwarming laag als er een met hand te bedienen radiator op de kamer is. Dat geldt ook voor vergaderruimtes.  
• Zet de helderheid van je laptop of computerscherm op maximaal 50%.
• Op veel werkplekken staan twee schermen. Gebruik je er maar één? Zet de ander uit.
• Ga je weg? Schakel de monitoren uit, sluit de ramen en deuren en doe het licht uit. 
• Vergeet niet de verwarming uit te zetten als dat mogelijk is.

Denk mee!

• Denk na over energiebesparende maatregelen en praat hierover met je leidinggevende of collega’s. 
• Deel je ideeën met zetdeknopom@uu.nl.