Vijftig jaar Utrechts stralenpracticum op middelbare scholen

Freudenthal Instituut viert jubileum

Het practicum in de jaren '70

Het is deze week vijftig jaar geleden dat Utrechtse natuurkundigen begonnen met het geven van een practicum met radioactieve stoffen op middelbare scholen. En nog steeds bezoeken zij met dit ioniserende stralenpracticum (ISP) jaarlijks de helft van alle middelbare scholen in Nederland. Inmiddels hebben meer dan 600.000 havo- en vwo-leerlingen de proeven gedaan. Om de mijlpaal te vieren, neemt decaan Isabel Arends op donderdag 17 november een speciale uitgave van het practicumboek in ontvangst. 

Traditie

“Op een standaard ochtend vertrekken we met drie auto’s vol met practicumopstellingen en een begeleider naar drie verschillende middelbare scholen in Nederland”, vertelt practicumdocent Rob van Rijn. “Daar aangekomen zetten we, samen met docenten en toa’s van de school, ruim twintig proeven klaar. Daarna komen de leerlingen die, in een tijdsbestek van twee uur, ieder drie proeven uitvoeren in de categorieën halveringstijd, absorptie en röntgenstralingen. Als de eerste groep is geweest volgen er nog twee à drie.” Volgens hoogleraar Wouter van Joolingen, projectleider sinds 2014, is het practicum op veel scholen een traditie geworden. “De stof is onderdeel van het examenprogramma en het ISP biedt de enige mogelijkheid om ermee te experimenteren.”

De stof is onderdeel van het examenprogramma en het ISP biedt de enige mogelijkheid om ermee te experimenteren

Hoogleraar Wouter van Joolingen

Radioactieve stoffen

Het ISP werd in 1972 in het leven geroepen door de Utrechtse vakgroep Natuurkunde Didactiek, die inmiddels is opgegaan in het Freudenthal Instituut. Destijds ontstond op middelbare scholen de behoefte om proeven te doen met radioactieve stoffen. Radioactiviteit was een actueel onderwerp en het werd onderdeel van de examenstof. Echter, scholen konden een radioactief practicum moeilijk zelf organiseren. Radioactieve stoffen mag je niet zomaar op een school opslaan en zonder de juiste diploma’s mag je er ook niet zomaar mee werken. In eerste instantie bezochten scholieren de universiteit om de proeven te doen. Daarna gingen de practicumbegeleiders naar de scholen toe.

Onderzoekend leren

Het practicum is door de jaren heen niet hetzelfde gebleven, maar continu in ontwikkeling. “De eerste edities van het ISP waren gebaseerd op de didactiek van die dagen, die sterk docent-gestuurd was”, aldus universitair hoofddocent Ralph Meulenbroeks die de effectiviteit van het ISP onderzocht. “In 2008 werd de zogenaamde “open” variant van het practicum geïntroduceerd.” De stap-voor-stap-instructie werd vervangen door globale aanwijzingen en heel veel ruimte voor eigen inbreng. Leerlingen stellen nu zelf onderzoeksvragen op, werken een plan uit, doen metingen en interpreteren de gegevens. Uit het onderzoek van Meulenbroeks blijkt dat de leerlingen deze variant van het ISP nuttiger en leuker vinden. Met andere woorden: hun autonome motivatie was toegenomen en dat zorgt weer voor betere resultaten.

Viering

Ter ere van het vijftig jarig bestaan van het ISP nam decaan van de faculteit Bètawetenschappen Isabel Arends op donderdag 17 november een speciale uitgave van het practicumboek in ontvangst. Bij de bijeenkomst waren onder andere oud-practicumleiders aanwezig die bijzondere verhalen uit het verleden deelden. Deelnemers konden daarnaast zelf aan de slag met de practicumopdrachten.